Gestreepte kogelvissen (Zeedieren 9)

Natuurlijk worden niet alle haakpatronen ontworpen omdat ik het 'echte' dier net gezien heb, soms staan er inspirerende voorbeelden in een boek, Jessica Polka's 75 schelpen, vissen en zeedieren bijvoorbeeld. Haar bolle Kogelvis (op p. 97) inspireerde mij tot deze sierlijke streepjesvissen.

Haak iedere toer met een wisselende kleur, begin met de contrastkleur (hier blauw). Laat de kleur die je niet gebruikt rusten (niet afhechten).

1. Haak 2 lossen, haak 6 vasten in de eerste steek en haak verder is rondes (=16)

2. In iedere steek 2 vasten (=12)

3. In iedere tweede steek 2 vasten (=18)

4. In iedere derde steek 2 vasten (=24)

5. In iedere vierde steek 2 vasten (=30)

6. In iedere vijfde steek 2 vasten (=36)

7. In iedere negende steek 2 vasten (=40)

8-10. Ronde 40 vasten

11. Iedere negende en tiende steek samen (=36)

12. Iedere achtste en negende steek samen (=32)

13. Iedere zevende en achtste steek samen (=28), deze steken zitten allemaal op een rijtje en vormen zo een randje.

14. Iedere derde en vierde steek samen (=21)

15. Iedere derde en vierde steek samen (=14), vul de vis.

16. Iedere tweede en derde steek samen (=7), dit was een toer in contrastkleur (laat hierna rusten)

17. Vouw de vis dubbel en haak beide zijden aan elkaar (4 vasten), ga verder met wit

18. 3 lossen, draai, in dezelfde steek 1 stokje, in iedere verdere steek 2 stokjes (=10)

19. 3 lossen, draai, in dezelfde steek 1 stokje, in iedere verdere steek 2 stokjes (=20). Hecht wit af.

20. Neem met de contrastkleur langs de rand een steek op. Haak om de lossen/ het stokje met vasten omhoog. Haak in iedere steek langs de rand een vaste. Haak langs de lossen/ het stokje weer met vasten naar beneden. Haak verder langs de ruggengraad, 2 steken een vaste, dan een rugvin: 3 lossen, 2 dubbele stokjes in de volgende steek. Een picot (3 lossen, terugsteken een een halve vaste in de eerste losse), 3 lossen en dan een vasten in de volgende steek. Afhechten.

Haak 2 oogjes: 2 lossen, 8 vasten in de eerste steek. Vastnaaien met de afhechtdraad bij de achtste toer.

Haak 2 ondervinnen, hecht de draad aan in de achtste toer iets naast de onderkant en haak daar hetzelfde als de rugvin. Afhechten. Trek de aan- en afhechtdraad stevig aan en knoop ze vast voor je ze in het lijf wegwerkt.